Vertaal
Vertalingen in elkaar timmeren NL>DE
in elkaar timmeren (ww.) zusammenschlagen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `in elkaar timmeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aframmelen
NL: afranselen
NL: afrossen
NL: aftuigen
NL: in elkaar rammen
NL: ineentimmeren
NL: timmerend in elkaar zetten
NL: toetakelen